De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte 20 personen heeft opgelicht en twee keer een poging daartoe heeft gedaan. In totaal hebben de slachtoffers ruim 230.000 euro aan de verdachte betaald. Op de zitting heeft de verdachte deze oplichtingen ook bekend en heeft hij verklaard dat hij spijt heeft en de slachtoffers wil terugbetalen. Bij de politie had de man nog ontkend. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat de slachtoffers in hem hadden. Ook heeft hij voormalig werkgevers in diskrediet gebracht doordat hij tegen de slachtoffers vertelde dat hij namens deze bedrijven zaken deed.
Gelet op de ernst van de feiten, de hoeveelheid oplichtingen en de langere periode waarbinnen deze zich hebben afgespeeld, vindt de rechtbank in beginsel een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Maar de berechting heeft lang op zich laten wachten, de man heeft direct na zijn aanhouding ruim zes maanden in voorarrest gezeten en zeven maanden een enkelband gedragen. Ook is terugbetaling van de slachtoffers van groot belang. Daarom legt de rechtbank een gevangenisstraf op die gelijk is aan de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten. Dit betekent dat de verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis. Wel legt de rechtbank de verdachte daarnaast een maximale taakstraf van 240 uur op.