De ernst van het feit rechtvaardigt in beginsel een gevangenisstraf van een langere duur dan de tijd die de man in voorarrest heeft gezeten, vindt de rechtbank. Maar de man wordt momenteel begeleid door de reclassering en houdt zich aan alle afspraken die hem worden gesteld. Hij is een behandeling gestart gericht op omgaan met zijn licht verstandelijke beperking. Ook zal een traject voor het leren van opvoedingsvaardigheden worden opgestart. De man en zijn partner willen samen verder en Jeugdbescherming is inmiddels betrokken bij het gezin. Onder begeleiding heeft de man ook weer contact met zijn zoontje, wat volgens zijn partner goed verloopt. Het opleggen van een langere gevangenisstraf zal dit onmiskenbaar doorkruisen. Dit vindt de rechtbank niet gewenst.
Daarom legt de rechtbank een deels voorwaardelijke celstraf op met een proeftijd van vijf jaren opdat de man zich niet nog eens schuldig maakt aan een strafbaar feit. Aan het voorwaardelijke deel van de straf zijn bijzondere voorwaarden verbonden, waaronder verplichte begeleiding door de reclassering en de voorwaarde dat de man zijn behandeling bij de Forensische Polikliniek voortzet.