De verdachten hebben tijdens de zitting hun betrokkenheid bij alle feiten ontkend. Maar volgens de rechtbank is er voldoende bewijs om te concluderen dat ze beiden de diefstal van de scooter en de ramkraak in Haarlem hebben gepleegd, en één van hen ook de overval in Alkmaar.
Zo verloor één van de verdachten tijdens de ramkraak in Haarlem onder meer een pet, een collectorsitem van een specifiek merk. Daarop werd een mix van DNA gevonden dat voornamelijk matchte met de tweede verdachte maar ook sporen had van de jongste verdachte. Toen de twee vastzaten op het politiebureau voor verhoor, spraken zij in een afgeluisterd gesprek over een pet van dat merk, en welk bewijs er tegen hen was en hoe ze een en ander zouden uitleggen. Ook werden op de slaapkamer van de jongste verdachte achter een kast handschoenen aangetroffen waar een glasdeeltje op zat met dezelfde specifieke kenmerken als het glas van de toegangsdeuren van de Jumbo. Daarnaast blijkt uit getapte telefoongesprekken van de moeder van de tweede verdachte dat zij haar zoon herkend heeft nadat het televisieprogramma Opsporing Verzocht beelden van de ramkraak toonde. Ook zijn beiden op de beelden van de diefstal van de scooter herkend.
Volgens de rechtbank is vast komen te staan dat in ieder geval de jongste verdachte ook bij de overval in Alkmaar betrokken was. Een dag na de overval werden in Oudorp twee geldcassettes gevonden, op de plek waar de vluchtscooter voor het laatst was gezien. Op de draaiknop van één van deze cassettes zat DNA-materiaal dat matchte met zijn DNA-profiel. Daarmee geconfronteerd bij een verhoor door de politie beriep hij zich op zijn zwijgrecht. Pas op de zitting, zes maanden later, verklaarde hij dat hij de cassettes toevallig had zien liggen toen hij onderweg was naar zijn vriendin en er één openmaakte. Die verklaring vindt de rechtbank niet aannemelijk.