De advocaat van de verdachte stelt dat sprake was van een poging tot diefstal van het schilderij. Daar is de rechtbank het niet mee eens. De rechtbank vindt dat juridisch gezien sprake was van een voltooide diefstal omdat de verdachte het schilderij van de muur had getrokken en mee naar buiten had genomen. Dat het schilderij kort daarna van de verdachte is afgepakt en aan het museum teruggegeven, maakt dat niet anders.
Het gaat om een bijzonder brutale diefstal op klaarlichte dag, oordeelt de rechtbank. Omdat de diefstal is gepleegd op een zondag in de zomervakantie, waren op dat moment veel medewerkers en bezoekers in het museum aanwezig. De diefstal, waarbij ook knallen van het schieten te horen waren, heeft grote indruk gemaakt op en angst aangejaagd aan de aanwezige medewerkers en bezoekers, onder wie ook kinderen. Daarnaast is het publiek door de diefstal voorlopig de kans ontnomen om naar het schilderij te kijken en daarvan te genieten, vindt de rechtbank. De uitzonderlijkheid van het gestolen goed, maakt de diefstal des te ernstiger. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Volgens de verdachte is hij, kort gezegd, na een verlies van een partij wiet onder druk gezet om het schilderij te stelen. Deze verklaring is voor de rechtbank niet te controleren en doet niets af aan de ernst van het bewezenverklaarde feit. De rechtbank heeft daarmee geen rekening gehouden bij de strafoplegging. Wel heeft de rechtbank meegewogen dat de verdachte veel vaker veroordeeld is voor diefstallen. De rechtbank vindt een gevangenisstraf van vier jaar op zijn plaats. Ook moet de verdachte een eerder opgelegde gevangenisstraf van 45 dagen uitzitten, omdat hij dit feit binnen de proeftijd heeft begaan.