Volgens de kantonrechter valt de manier waarop het portret van de speler door Albert Heijn in de promotie-uitingen is gebruikt binnen de cao. Dit omdat de uitingen niet zijn gericht op de populariteit van een individuele speler, maar op het collectief, oordeelt de rechter. De uitingen zijn niet los te zien van de context van de spaaractie die ook bij uitstek op het collectief is gericht: het verzamelen van alle plaatjes. Albert Heijn mocht er daarom vanuit gaan dat zij het portret van de speler op deze manier mocht gebruiken.