De man zit sinds 2021 gevangen in Nederland voor het medeplegen van doodslag en het wegmaken van het lijk in 2009. Het lijk was in stukken gehakt en in het IJ gedumpt. De man heeft in hoger beroep dertien jaar celstraf gekregen. In februari 2022 heeft de minister het verblijfsrecht van de man beëindigd, ook al zou hij als EU-burger in Nederland mogen blijven. Daarnaast heeft de minister hem ongewenst verklaard. Volgens de minister vormt de man met zijn gedrag een ernstige bedreiging voor de samenleving. Uit niets blijkt dat hij niet opnieuw een ernstig strafbaar feit zal plegen. De man is in beroep gegaan tegen de beslissing van de minister.

Een burger van de EU kan ongewenst worden verklaard als hij is veroordeeld voor een misdrijf waar drie of meer jaar gevangenisstraf op staat, of als hij een gevaar vormt voor de openbare orde. In het laatste geval mag de vrijheid van verkeer en verblijf van die burger in de EU worden beperkt. Het mag echter alleen als zijn gedrag een ernstige bedreiging vormt voor de samenleving. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister dat voldoende onderbouwd. De misdrijven waarvoor de man is veroordeeld, zijn in 2009 gepleegd, maar hebben de samenleving ernstig geschokt. De man ontkent de misdrijven nog steeds en heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden.