De politierechter vindt bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de vernieling van het herdenkingsmonument en de winkeldiefstal. De vernieling van het monument is ernstig en heeft veel leed veroorzaakt aan de nabestaanden van de personen voor wie het monument was opgericht, vindt de politierechter. Ze hebben daardoor opnieuw een rouwproces moeten doorstaan.
Bij het bepalen van de strafmaat weegt de politierechter de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee. Zijn handelen was een schreeuw om hulp voor zijn psychische problemen, oordeelt de rechter. Door de opname in een ggz-instelling gaat het langzaam beter. Een geheel voorwaardelijke celstraf moet ervoor zorgen dat hij niet nog eens in de fout gaat.
De nog openstaande voorwaardelijke taakstraf van 40 uur die hij voor eerder delict kreeg opgelegd, wordt niet ten uitvoer gelegd. Wel wordt de proeftijd daarvan met een jaar verlengd. Op deze manier kan de verdachte zich volledig richten op zijn behandeling bij de ggz.