De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht met een aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige leerlinge, een ernstig zedenfeit. De verdachte sloeg onvoldoende acht op het feit dat er, mede gelet op hun aanzienlijke leeftijdsverschil, sprake was van een ongelijkwaardige verhouding tussen hem als pianodocent en het slachtoffer als leerling. De verdachte had er rekening mee moeten houden dat het slachtoffer, ondanks haar mogelijk volwassen en intelligente voorkomen, net als iedere 16-jarige op het gebied van seksualiteit kwetsbaar is. De verdachte heeft met zijn handelen zijn eigen genot telkens belangrijker gevonden. Uit de slachtofferverklaring blijkt dat het slachtoffer nog steeds veel last heeft van deze gebeurtenissen.
Bij de strafbepaling houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte geen strafblad heeft en dat hij de feiten heeft erkend en berouw heeft getoond. Ook is de ontucht ruim 12 jaar geleden. Daarnaast heeft de strafzaak grote impact op zijn leven. De rechtbank vindt een gevangenisstraf daarom niet passend en legt hem een voorwaardelijke taakstraf op. Omdat het bij ontuchtzaken niet is toegestaan om alleen een taakstraf op te leggen, krijgt hij ook een gevangenisstraf van 1 dag opgelegd.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de verdachte een beroepsverbod op te leggen, zoals de advocaat van het slachtoffer had verzocht. Hij geeft al lange tijd geen pianoles meer en wil dat ook niet weer gaan doen. Ook heeft hij in zijn werk niet te maken met minderjarigen, waardoor de kans op herhaling klein is.