De rechtbank geeft in haar vonnis eerst een overzicht hoe AH sinds 1981 exploitatie van de winkelformule door derden toestaat en daartoe met die derden franchiseovereenkomsten heeft gesloten. De franchisenemers zijn verenigd in een Vereniging, de Vereniging van Albert Heijn Franchisenemers, bij welke Vereniging alle 242 franchisenemers uit deze procedure zijn aangesloten. Vanaf 1989 heeft AH de masterfranchise verleend aan AHF. Tussen de AHF en de Vereniging geldt de standaardfranchiseovereenkomst van 2002, met in aanvulling daarop nadien overeengekomen normenkaders. Diverse normenkaders worden in het vonnis ook uiteengezet. Essentieel voor de beoordeling van de vorderingen is artikel 29 van de franchiseovereenkomst: ‘franchisenemer zal de Winkel als Albert Heijn exploiteren met de toevoeging van zijn eigen handelsnaam, geheel voor eigen rekening en risico en met volledig behoud van zijn zelfstandigheid als ondernemer.’
In 2007 is AH overgestapt van het afgeven van een jaarlijkse accountsverklaring aan de Vereniging naar het afgeven van een jaarlijks rapport van bevindingen aan de Vereniging. De Vereniging is daarmee akkoord gegaan.