De rechtbank komt tot het oordeel dat niet buiten redelijke twijfel is vast te stellen dat de verdachte op 8 augustus 2020 betrokken is geweest bij de dood van het slachtoffer. Hij wordt vrijgesproken van die beschuldiging.
De rechtbank acht wel bewezen dat de verdachte in de nachtelijke uren van 22 juli 2020 heeft ingebroken in de woning van een destijds 87-jarig slachtoffer in Medemblik. Het slachtoffer werd wakker van gestommel en zag even later in zijn slaapkamer de verdachte, die een ijzeren voorwerp in zijn hand hield en om geld schreeuwde. De verdachte greep het slachtoffer vervolgens ruw bij de bovenarm en sleurde hem zijn bed uit. Het slachtoffer heeft bij de gewelddadige inbraak verwondingen opgelopen. De verdachte maakte uiteindelijk een geldbedrag van 100 euro buit.
Ook vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van 275 hennepplanten en het in bezit hebben van 400 gram amfetamine. Voor deze drie strafbare feiten legt de rechtbank aan de verdachte een gevangenisstraf van drie jaar op.