De rechtbank heeft vastgesteld dat het celmateriaal van de verdachte onrechtmatig is verkregen, zoals ook door de officier van justitie en de advocaat van de verdachte op zitting is betoogd. De wet schrijft voor dat de verdachte in bepaalde gevallen verplicht is om mee te werken aan een bevel tot afname van zijn celmateriaal, maar dat als de verdachte zich verzet bloed of haarwortels moeten worden afgenomen, eventueel met gebruik van geweld. Bij het afnemen van wangslijmvlies mag juist geen geweld worden gebruikt, omdat dat een te grote inbreuk op het lichaam oplevert. De rechtbank vindt deze gang van zaken dusdanig ernstig, dat de resultaten niet meer gebruikt mogen worden voor het bewijs. Door dit bewijs uit te sluiten wil de rechtbank bovendien opsporingsambtenaren in de toekomst weerhouden van vergelijkbaar onrechtmatig optreden.