De bewoner van de gesloten woning in de Lekstraat heeft bezwaar aangetekend tegen de sluiting. In afwachting van de beslissing op het bezwaar heeft hij de rechtbank gevraagd een voorlopige voorziening te treffen om snel weer terug te kunnen keren naar de woning. Hij draagt daarvoor een aantal redenen aan.
De eerste maanden heeft de bewoner bij familie en vrienden overnacht. Dat kan volgens hem niet meer nu de sluiting langer duurt. Ook heeft hij een gedeelde zorg voor een zoontje. Het kind blijft regelmatig slapen en heeft een eigen kamer in de woning. Verder reinigde de man tot de sluiting van de woning als zelfstandige interieurs van auto's, maar hij kan zich door de sluiting van de woning niet meer focussen op zijn werk. Hierdoor heeft hij, zo stelt hij, geen inkomsten meer.
Hoewel zijn woning het doelwit is, is dat volgens zijn advocaat niet te wijten aan de bewoner. Hij heeft een keer ruzie gehad over een auto die hij heeft verhuurd. Mogelijk hebben de aanslagen daarmee te maken. De bewoner is niet betrokken bij criminele activiteiten, aldus zijn advocaat.