Op 17 februari 2024 trof de politie de drie verdachten aan in een loods in Rijsenhout. In de loods waren verschillende materialen en grondstoffen voor de productie van de designerdrug 4-CMC (Clefedron) aanwezig. Er is ook 1145 kilogram 4-CMC gevonden in de loods. Daarnaast had één verdachte een grote hoeveelheid bankbiljetten in zijn zakken.

De verdachten hebben weinig willen verklaren maar twee van hen hebben gezegd dat zij niet wisten dat het om een drugslab ging. Een van hen verklaarde dat hij met een bestelbus alleen maar goederen afleverde in de loods. Maar uit onderzoek blijkt dat alle drie de verdachten de laatste maanden regelmatig op de locatie kwamen, soms gelijktijdig, soms apart. De telefoons van twee verdachten hadden sinds 15 januari 2024 zeer regelmatig contact met elkaar en straalden vaak zendmasten aan in de omgeving van de loods. Bovendien bleek er op zuurstofmaskers die in de loods zijn gevonden dna van alle drie de verdachten te zitten. 

De rechtbank vindt bewezen dat de drie verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan de grootschalige productie van 4-CMC, de voorbereiding daarvan, en het bezit van een grote hoeveelheid 4-CMC. Productieplaatsen van (synthetische) drugs, ook wel drugslabs genoemd, vormen een ernstig gevaar voor de leefomgeving en voor de gezondheid van omwonenden. De mannen dachten kennelijk alleen aan eigen financieel gewin en bekommerden zich niet om de risico's voor andere mensen en de schadelijke gevolgen voor het milieu. Daarnaast heeft een van de verdachten geld uit eigen misdrijf witgewassen.

Bij dergelijke feiten past volgens de rechtbank geen andere straf dan de forse gevangenisstraf van zes jaar. Daarnaast moeten de verdachten de kosten vergoeden die de politie heeft gemaakt om het drugslab te ontmantelen en de gevaarlijke stoffen te vernietigen.