De man ontkent de handelingen niet maar zegt dat hij slechts het contact met de vrouw weer wilde oppakken. Volgens de rechtbank moet het de man echter al op 21 november 2021 duidelijk zijn geworden dat zij geen contact met hem wilde. Toch is hij weer op haar werk verschenen en heeft hij berichten naar haar gestuurd. Zelfs nadat hij wist dat er aangifte tegen hem was gedaan en dat er een zogenaamd stopgesprek met de politie met hem zou plaatsvinden.
Ondanks het feit dat de handelingen van de man zich in het tijdsbestek van slechts een maand hebben afgespeeld, vindt de rechtbank dat er sprake is geweest van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de vrouw en dus van belaging. De rechtbank betrekt daarbij dat het gedrag van de man en de uitlatingen die hij deed volstrekt niet passend waren, nu zij elkaar alleen oppervlakkig kenden van zeer lange tijd geleden. Ook heeft de rechtbank meegewogen dat de man in 2006 is veroordeeld tot tbs met dwangverpleging wegens moord op een vrouw. De vrouw wist dit, waardoor zijn gedrag voor haar een extra zware inbreuk op haar persoonlijk leven vormde. De vrouw heeft in haar schriftelijke slachtofferverklaring op de zitting verteld hoe beangstigend, bedreigend en hinderlijk het gedrag van de man voor haar is geweest.