De rechtbank vindt dat de verdachte bewust de kans op de dood van het slachtoffer aanvaardde door zich los te trekken en met een groot mes, waarvan de punt was gericht op het slachtoffer, een beweging naar voren te maken. Dit terwijl ze op korte afstand van elkaar in de keuken stonden. Hiermee heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan doodslag, een van de zwaarste misdrijven die de Nederlandse strafwet kent. Met zijn handelen heeft de verdachte een onomkeerbaar verlies teweeggebracht en onbeschrijflijk groot leed toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer. Dit bleek ook uit de verklaringen van de weduwe en de broer van het slachtoffer die tijdens de zitting werd voorgelezen.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte zich meewerkend opstelde tijdens het politieonderzoek en psychologisch onderzoek. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn daad, gaat onder die verantwoordelijkheid gebukt en toont berouw, zowel voorafgaand aan als tijdens de zitting. De rechtbank vindt een gevangenisstraf van zeven jaar passend.
Ook moet de verdachte de weduwe en moeder van het slachtoffer een schadevergoeding betalen van respectievelijk ruim 21.000 euro en 17.500 euro.