Volgens de man is zijn zoontje tijdens het verschonen van de commode gevallen en kwam de baby enige tijd later in een reanimatiebehoeftige toestand waarna hij de hulpdiensten heeft ingeschakeld. 

De patholoog van het NFI heeft geconcludeerd dat de baby is overleden na ernstig schedelhersenletsel als gevolg van een forse krachtsinwerking. Naast de patholoog is tevens uitgebreid onderzoek gedaan door een kinderarts van het NFI. Op verzoek van de verdediging is ook nog een volledige contra-expertise verricht. 

De conclusies van alle deskundigen zijn eensluidend. Een val van de commode zoals door verdachte is beschreven kan het zeer ernstige letsel waaraan de baby is overleden niet verklaren. De kracht waarmee het letsel is veroorzaakt, moet worden vergeleken met de kracht die gepaard gaat met een ernstig auto-ongeluk of een val van grote hoogte (meerdere verdiepingen). Verder moet het letsel kort voordat verdachte het noodnummer belde zijn veroorzaakt, toen hij alleen met de baby en het tweelingzusje thuis was. 

De rechtbank komt op grond daarvan tot de conclusie dat het verhaal van verdachte op meerdere punten niet klopt en dat de letsels door hem moeten zijn toegebracht. De benodigde kracht op het hoofd is van zodanige aard dat hij ten tijde van de veroorzakende gedraging (op zijn minst) bewust de aanmerkelijke kans op de dood heeft aanvaard en daarmee opzet heeft gehad op de dood van zijn zoontje. Het nadien bellen van de hulpdiensten kan niet afdoen aan het door verdachte genomen wilsbesluit. 

Door geen openheid van zaken te geven laat verdachte de nabestaanden van de baby in het ongewisse en dat maakt ook dat de rechtbank geen rekening kan houden met eventuele omstandigheden in strafmatigende zin. Verdachte is onderzocht door een psycholoog. Bij hem zijn aanwijzingen van een vermijdende persoonlijkheidsstoornis en is sprake van een disharmonisch intelligentieprofiel. De rechtbank acht verdachte onder verwijzing naar de het advies van de psycholoog volledig toerekeningsvatbaar.

Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank naast het voorgaande ook betrokken wat in soortgelijke zaken door rechtbanken en hoven over het algemeen wordt opgelegd.