De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag onder meer afgewezen omdat van het gezin geen daadwerkelijke verblijfplaats bekend zou zijn geweest en dit een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor deze vergunning. De rechtbank heeft bij de behandeling op de zitting gewezen op documenten uit het dossier waarop een adres van het gezin wordt genoemd. Daarop hebben de aanwezige vertegenwoordigers van de staatssecretaris verzocht om een korte onderbreking van de zitting. 

Toen de zitting werd hervat, hebben de vertegenwoordigers van de staatssecretaris te kennen gegeven het besluit dat ter toetsing aan de rechtbank is voorgelegd, in te trekken. Volgens de vertegenwoordigers moet worden geconcludeerd dat er wel een daadwerkelijke verblijfsplaats van het gezin bekend is geweest. Er zal door de staatssecretaris opnieuw naar de zaak worden gekeken en daarbij zal dit feit worden betrokken. De verwachting is dat binnen twee weken opnieuw wordt beslist op de aanvraag. 

Omdat de beslissing waartegen beroep is ingesteld is ingetrokken, heeft de advocaat van de kinderen ook het beroep ter zitting ingetrokken. Er komt daarom geen uitspraak van de rechtbank.