De geitenhouderij zou de komende jaren met circa 1000 geiten verder worden uitgebreid. Centraal stonden twee vragen. Enerzijds de vraag of deze geitenhouderij, gelet op de omvang en de wijze van bedrijfsvoering, niet moet worden beschouwd als een intensieve veehouderij. Volgens het geldende bestemmingsplan is dat niet toegestaan. Anderzijds speelde de vraag of gelet op mogelijke effecten op de volksgezondheid voor omwonenden geen milieueffectrapportage had moeten worden opgemaakt. De rechtbank oordeelt dat beide vragen positief beantwoord zijn.