In januari werd een auto met daarin een zestienjarige jongen, het slachtoffer, klemgereden door een auto met daarin drie personen bij een winkelcentrum in Hoogezand. Terwijl het slachtoffer nog in de auto zat, werd hij aangevallen door een jongen die wraak op hem wilde nemen in verband met een eerdere vechtpartij. Deze jongen sloeg het slachtoffer meerdere malen met een boksbeugel en stak meerdere malen op het slachtoffer in met een mes. Het slachtoffer werd in zijn buik, benen, hand en voet geraakt met het mes. De twee andere personen bemoeiden zich met het slachtoffer door hem klappen te geven of vast te pakken. Ook hield een van hen omstanders op afstand.

De rechtbank is geschokt door de wijze waarop de jongen en zijn twee volwassen mededaders hebben gemeend voor eigen rechter te mogen spelen en door de mate waarin geweld is gebruikt ten opzichte van het compleet overrompelde en weerloze slachtoffer. Het slachtoffer houdt verschillende littekens over aan de steekwonden en had ten tijde van de zitting nog steeds last van zijn benen tijdens het sporten. Ook zijn diverse omstanders op klaarlichte dag ongewild geconfronteerd met deze geweldsexplosie. Dit alles rekent de rechtbank de drie verdachten aan.

Ten aanzien van de minderjarige jongen die met het mes stak en met de boksbeugel sloeg, werd een poging tot doodslag bewezenverklaard. Daarnaast achtte de rechtbank beschadiging van de auto en de diefstal van een jas (in 2018) bewezen. Van een eveneens ten laste gelegde diefstal van een laptop (in 2018) werd de jongen vrijgesproken. De jongen werd voor de drie feiten veroordeeld tot een deels voorwaardelijke jeugddetentie (gekoppeld aan voorwaarden waaronder het traject ITB-harde kern) en een taakstraf.

Omdat niet kon worden vastgesteld dat de andere twee personen wisten of konden zien dat de jongen gebruik maakte van een mes en een boksbeugel, sprak de rechtbank hen vrij van het medeplegen van een poging tot doodslag en van een poging tot zware mishandeling. Zij werden veroordeeld voor openlijke geweldpleging.
Aan de bestuurder van de auto, die het slachtoffer tevens had vastgepakt, werd een taakstraf opgelegd.

Aan de derde persoon, die het slachtoffer in het gezicht sloeg, werd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden opgelegd.