Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen had de eigenaren van de woningen opgedragen om de vlonders en andere zaken, zoals banken, tafels, trappen en een barbecue te verwijderen. Volgens het college waren de vlonders gebouwd op grond van de gemeente met een openbare groenbestemming. Die grond mocht volgens het college niet bebouwd worden voor privégebruik. De eigenaren waren het daar niet mee eens en hadden daarom bij de rechtbank beroep ingesteld tegen de besluiten van het college.