Voor een bewezenverklaring van het tenlastegelegde (zware mishandeling, terwijl het de dood tot gevolg heeft gehad) is vereist dat een causaal verband wordt vastgesteld tussen de gedragingen van de verdachte en de dood van het slachtoffer. De rechtbank overweegt dat uit het forensisch pathologisch onderzoek blijkt dat het overlijden van het slachtoffer kan worden verklaard door de gevolgen van het door verdachte veroorzaakte zwaar lichamelijk letsel. Een andere doodsoorzaak is niet gebleken.
De rechtbank is van oordeel dat de schoppen die verdachte heeft toegebracht aan het slachtoffer, ten gevolge waarvan hij met zijn stoel achterover is gevallen, de onmisbare schakels hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot zijn dood hebben geleid. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde zware mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.