Verdachten hebben ’s nachts, terwijl de beide aangevers lagen te slapen, een brandende molotovcocktail door een raampje in de voordeur van de woning naar binnen gegooid. Hierdoor is brand ontstaan. Dit was een doelbewuste actie, gericht tegen een journalist. Eén van de verdachten had zijn pijlen al langere tijd op hem gericht, omdat de journalist in zijn ogen in een te negatieve toonzetting verslag deed van de demonstraties tegen de coronamaatregelen waar verdachten regelmatig aan deelnamen.
Dit handelen van verdachten levert naar het oordeel van de rechtbank brandstichting op, nu gelet op de omstandigheden van het geval levensgevaar naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest. Naast brandstichting levert het handelen van verdachten ook poging tot moord op. Naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn de gedragingen van verdachten zo zeer gericht op het accepteren van dodelijke gevolgen dat het niet anders kan dan dat zij die mogelijke gevolgen bewust hebben aanvaard.