Twee verdachten, die volgens de rechtbank het grootste aandeel hadden, worden veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf (deels voorwaardelijk) en een taakstraf van 200 uren. Een derde verdachte wordt veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf, ook deels voorwaardelijk. Drie andere verdachten krijgen taakstraffen van 40 tot 100 uren opgelegd, twee van hen moeten ook nog een geldboete van 500 euro betalen en krijgen een ontzegging van de rijbevoegdheid van drie maanden opgelegd. Twee jeugdige verdachten worden veroordeeld tot een jeugddetentie van 109 en 60 dagen en taakstraffen van 40 en 80 uren.
Meerdere benadeelde partijen eisten tijdens de behandeling van de rechtszaak schadevergoedingen. Rijkswaterstaat heeft in alle zaken grote bedragen aan schade gevorderd, die verband houden met het opruimen en het afvoeren van het gedumpte afval. De rechtbank heeft Rijkswaterstaat in alle zaken niet-ontvankelijk verklaard, wegens gebrek aan onderbouwing van de vorderingen. De rechtbank heeft drie van de acht verdachten veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen. Eén partij krijgt van een verdachte bijna 30.000 euro aan materiële schadevergoeding voor zijn taxi en verliesvermogen doordat hij zijn werk tijdelijk niet kon uitoefenen. De andere partij krijgt van drie verdachten ongeveer 380,00 euro aan materiële schadevergoeding voor schade zijn auto.