De rechtbank heeft één van de verdachten, een man uit Westerbork vrijgesproken. De rechtbank vond dat niet kon worden bewezen dat deze man wist dat zijn woning werd gebruikt als werkplaats voor het bewerken van xtc. Ook vond de rechtbank dat een deel van de verdachten een minder grote rol had dan door de officier van justitie werd aangenomen. Een 60-jarige man uit Emmen werd gezien als de spil in het geheel, hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. Hij vormde naar het oordeel van de rechtbank, samen met twee anderen, een criminele organisatie die zich bezighield met het verwerken, verkopen en exporteren van xtc. Deze twee mannen, uit Groningen en Emmen, werden veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar. De rechtbank kwam tot aanzienlijk lagere straffen dan door de officier van justitie was gevorderd. De rechtbank overwoog daarbij dat de omvang van de export beperkt was, het betrof een korte periode, terwijl er geen sprake was van grootschalige export, het ging om export van gebruikershoeveelheden. Verder was de rechtbank van oordeel dat de door de officier aangehaalde eerdere rechtspraak ging om zaken van een veel ernstiger aard en omvang. Aan de overige drie verdachten werd een gevangenisstraf opgelegd gelijk aan het voorarrest, deels met een forse taakstraf.