Laden...

Negen maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor poging tot zware mishandeling in AZC

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Negen maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor poging tot zware mishandeling in AZC
Groningen, 11 maart 2019

De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft vandaag een
55-jarige man veroordeeld wegens poging tot zware mishandeling op een medebewoner van het AZC in Delfzijl. De rechtbank veroordeelt de man tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden. De verdachte wordt vrijgesproken van poging tot doodslag.

Veroordeling poging tot zware mishandeling

Tijdens een ruzie heeft de verdachte een medebewoner van een woonunit met een ijzeren staaf op het hoofd geslagen. Het slachtoffer heeft hierbij een niet-levensbedreigende barstwond opgelopen op zijn hoofd. De verdachte heeft aangevoerd dat hij werd aangevallen door het slachtoffer en dat hij zich dus in een noodweersituatie bevond. Dat verweer gaat naar het oordeel van de rechtbank niet op. Uit diverse verklaringen is gebleken dat verdachte de confrontatie met het slachtoffer heeft opgezocht en dat het juist het slachtoffer is geweest, dat zich heeft moeten verdedigen tegen de aanval door de verdachte.

Vrijspraak poging doodslag

Naast de wond op zijn hoofd, heeft het slachtoffer ook letsel aan zijn rechterschouder opgelopen. De verdachte heeft tijdens de ruzie ook een mes in handen gehad. De officier van justitie heeft aan verdachte ten laste gelegd dat hij met dit mes in de rechterschouder van het slachtoffer heeft gestoken. Naar het oordeel van de forensisch deskundige duidt het letsel in de rechterschouder op een snijwond. Gelet op de verklaring van de forensisch deskundige en de plek op het lichaam waar het letsel is toegebracht, acht de rechtbank poging tot doodslag niet wettig en overtuigend bewezen. Uit de plek op het lichaam waar het letsel is toegebracht leidt de rechtbank bovendien niet af dat verdachte opzet had op de dood van slachtoffer, zodat vrijspraak volgt voor de primair ten laste gelegde poging doodslag.

Strafoplegging

Uit diezelfde omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met kracht op een kwetsbaar lichaamsdeel heeft geslagen, en dat hij daarmee heeft geprobeerd om opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen bij het slachtoffer.

De rechtbank legt aan verdachte op een gevangenisstraf van negen maanden onvoorwaardelijk voor poging tot zware mishandeling. Hierbij heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het delict. Het slachtoffer is in zijn eigen woning op zijn hoofd geslagen. In die woning hoort hij zich veilig te voelen. Op die veiligheid heeft de verdachte inbreuk gemaakt. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte geen toekomst voor zichzelf en zijn gezin ziet weggelegd in Nederland, zodat de rechtbank aanleiding ziet om geen voorwaardelijke sanctie met (bijzondere) voorwaarden op te leggen.

Uitspraken