Ben heeft zijn opwachting reeds gemaakt bij de (kinder)rechter, nu is het de beurt aan Joost in zaal E van het gerechtsgebouw in Leeuwarden. De grote vraag is natuurlijk: wat bezielde de treinliefhebber? Joost: 'Het stond niet op mijn verlanglijstje om die spullen op de rails te knikkeren. Het was ook totaal niet gepland. We waren verveeld. Ik zat in die tijd onder de drugs, jointjes. Normaal zit ik daar 's avonds alleen, en dan gebeurt zoiets niet, maar nu jutten we elkaar op. En dan gebeurt het wel. Dat had natuurlijk helemaal niet gemoeten. Ik heb een domme fout gepresteerd.' Wat begon met steentjes gooien, eindigde dus met een bureau en een betonblok op de treinrails. 'We tilden dat bureau naar het spoor, helemaal een stom idee. De trein maakte meteen een noodstop.' 'En jullie dachten nog steeds niet: wat zijn we aan het doen?', vraagt politierechter Hof. 'Nee', antwoordt Joost laconiek. 'We gingen door, want we werden niet gepakt. Ik heb toen een hek opgetild en het betonblok eronder naar de perronkant gezeuld.'