Laden...

Rechtbank Noord-Nederland verklaart beroep tegen handhavingsbesluit carbidschieten Noordbarge 2018 gegrond

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Rechtbank Noord-Nederland verklaart beroep tegen handhavingsbesluit carbidschieten Noordbarge 2018 gegrond
Groningen, 21 december 2020

De bestuursrechter van de Rechtbank Noord-Nederland heeft afgelopen vrijdag een beroep gegrond verklaard rond het carbidschieten in Noordbarge op 31 december 2018.

Procedure

De eisers, woonachtig in Emmen, vroegen het college van burgemeester en wethouders van Emmen (verweerder) om handhavend op te treden tegen het carbidschieten in Noordbarge vanwege geluidshinder. Toen verweerder dat verzoek afwees, maakten de eisers daartegen bezwaar. Na het ongegrond verklaren van dat bezwaar, gingen de eisers bij de rechtbank in beroep. De rechtbank heeft dat beroep gegrond verklaard omdat verweerder het handhavingsverzoek niet goed heeft getoetst aan de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Emmen 2017 (de APV).

Geen sprake van ‘lex specialis’

De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat artikel 2:38 van de APV – zoals dat in 2018 gold – een regeling met voorrang (‘lex specialis’) is op grond waarvan aan artikel 4:4, tweede lid, van de APV (dat voorkomen van geluidshinder regelt) ten aanzien van het carbidschieten geen betekenis toekomt. De rechtbank komt tot dat oordeel op basis van diverse stukken die verweerder tijdens de beroepsprocedure heeft ingediend over de totstandkoming van (het artikel dat voorafging aan) artikel 2:38 van de APV.

Geluidshinder niet betrokken bij vaststellen artikel 2:38 van de APV

De rechtbank overweegt dat uit die stukken niet valt af te leiden dat de raad van Emmen (de raad) impliciet of expliciet heeft besloten dat artikel 2:38 van de APV ziet op (maximaal toegestane) geluidhinder bij het carbidschieten. Uit de totstandkomingsgeschiedenis blijkt dat artikel 2:38 van de APV is ingegeven door overwegingen van de raad inzake vastlegging van de traditie van carbidschieten, deregulering, handhaving en veiligheid. Geluid(shinder) van carbidschieten komt echter niet terug in die overwegingen. Uit die stukken volgt ook niet dat de raad aandacht heeft gehad voor (de ratio en strekking van) artikel 4:4, tweede lid, van de APV in verhouding tot carbidschieten. Verweerder had dat artikel daarom in dit geval niet buiten beschouwing mogen laten bij het beoordelen van het handhavingsverzoek.

Geen deugdelijke motivering van de besluiten, maar ook geen handhavend optreden

Nu verweerder het handhavingsverzoek van eisers niet heeft getoetst aan artikel 4:4, tweede lid, van de APV is het bestreden besluit niet voorzien van een voldoende deugdelijke motivering. Het beroep is daarom gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet aanleiding om het bezwaarschrift van eisers tegen het afwijzende besluit op hun handhavingsverzoek gegrond te verklaren en dat besluit te herroepen. Omdat feitelijk handhavend optreden tegen het carbidschieten op 31 december 2018 nu niet meer mogelijk is, wijst de rechtbank het handhavingsverzoek af.

Uitspraken