De eiseres in deze zaak is een erkende gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. Op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) kunnen gedupeerden aanspraak maken op overname van privé-schulden, mits deze aan de wettelijke voorwaarden voldoen. De eiseres had een schuld van €10.800 aan haar ouders, vastgelegd in haar testament. Hierin stond dat zij het bedrag zou terugbetalen en dat, als dat niet gebeurde, haar erfgenamen de schuld na haar overlijden moesten voldoen. Hiermee werd volgens het ministerie niet voldaan aan het wettelijk vereiste dat de schuld voor genoemde datum opeisbaar moest zijn.