Op de avond van het misdrijf zou de man stemmen in zijn hoofd gehad hebben die hem opgedragen hadden om het slachtoffer dood te maken, blijkt uit verklaringen. De man heeft hier vervolgens naar gehandeld met de intentie het slachtoffer te doden. Volgens het forensisch medische letselrapportage hadden de handelingen van de man dodelijk letsel kunnen veroorzaken. 

Uit meerdere onderzoeken blijkt dat er bij de man sprake is van omvangrijke hersenschade. Mogelijk zijn onder andere de auditieve hallucinaties gevolg geweest van dit hersenletsel. Ook gebruikte de man dagelijks alcohol om spanningen te verminderen. Volgens deskundigen heeft de man volledig gehandeld onder invloed van bevelshallucinaties, zij adviseren daarom de feiten niet aan hem toe te rekenen. De rechtbank neemt dat advies over. 

De deskundigen adviseerden in eerste instantie tbs met voorwaarden op te leggen. Omdat er geen kliniek gevonden kon worden die de verdachte kon en wilde opnemen en er ook geen minder ingrijpend alternatief beschikbaar was, komt de rechtbank tot het oordeel dat alleen tbs met dwangverpleging overblijft om het herhalingsgevaar in te perken. 

De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat de man zich onder invloed van auditieve hallucinaties schuldig gemaakt heeft aan een poging tot doodslag van zijn partner. Het niet-aangeboren hersenletsel van de man kan zorgen voor oplopende risico’s waarmee de kans op herhaling aanwezig is. De rechtbank oordeelt het ten laste gelegde bewezen, maar acht de verdachte daarvoor niet strafbaar. Wel is het, gezien het hoge herhalingsrisico en de ernst van de bewezen feiten, noodzakelijk dat de verdachte in een psychiatrische instelling geplaatst wordt waar hij goed gevolgd kan worden. De rechtbank legt de man daarom tbs met dwangverpleging op.