De rechtbank acht bewezen verklaard dat de man zich schuldig gemaakt heeft aan brandstichting en daarmee levensgevaar heeft veroorzaakt voor de aanwezige personeelsleden en gasten. De brandstichting heeft grote psychische impact op degenen die met de brand geconfronteerd zijn. Bovendien is het hotel lange tijd dicht geweest vanwege herstelwerkzaamheden. Schade als gevolg van de brand is opgelopen tot in de miljoenen.

Uit bevindingen van de brandweer blijkt onder andere dat de brand zich snel had verder kunnen ontwikkelen als deze later was ontdekt. De brand heeft rook en koolmonoxide veroorzaakt. De rook verspreide zich door de kelder en trok op naar de begane grond. De giftige koolmonoxide heeft zich door het gehele gebouw verspreid. Als de brand later was ontdekt/gemeld of niet te lokaliseren was geweest door hitte en rook, dan had de brand nog grotere gevolgen met zich mee kunnen brengen voor de aanzienlijke hoeveelheid mensen die op dat moment in het pand aanwezig waren. 

In de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man. Er is onder andere sprake van een ontwikkelings- en persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Het is zeer waarschijnlijk dat de stoornissen en het gebruik van alcohol een rol hebben gespeeld bij de brandstichting. De kans op herhaling van gewelddadig gedrag wordt hoog ingeschat. 

In beginsel is een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf gerechtvaardigd, maar de rechtbank ziet aanleiding om deze te matigen. De man heeft te weinig inzicht in zijn stoornissen waardoor hij geregeld de hulpverlening doorkruist die hij juist nodig heeft. Om het risico op gewelddadig gedrag te verlagen, wordt een tbs-maatregel met dwangverpleging opgelegd. De rechtbank vindt het van groot belang dat de man zo snel mogelijk begint aan de behandeling, en legt hem daarom een lagere gevangenisstraf op dan geëist. Naast de tbs met dwangverpleging wordt een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, opgelegd.