De rechtbank heeft geoordeeld dat het enkele feit dat verdachte de ter plaatste geldende maximum snelheid licht heeft overschreden onvoldoende is om te bewijzen dat verdachte zodanig onvoorzichtig of onoplettend heeft gereden dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW.
Het verweer van de raadsvrouw dat sprake was van afwezigheid van alle schuld, werd door de rechtbank gepasseerd.