De politierechter komt echter tot de conclusie dat niet bewezen kan worden dat de uitlatingen die verdachte heeft gedaan ook opruiend bedoeld zijn, gelet op de bedoelingen van verdachte en de context waarin de uitlatingen moeten worden gezien, namelijk absurdistisch. In de afleveringen van Roddelpraat die aan het politiedossier zijn toegevoegd wordt voornamelijk gelachen, er worden roddels besproken en zaken worden vaak absurdistisch uitvergroot. Het is duidelijk de bedoeling van de makers, waaronder verdachte, om hun kijkers aan het lachen te maken. In deze context zijn de door verdachte gedane uitlatingen niet als opruiend aan te merken.