Op 12 september 2023 is een bom ontploft aan de Herestraat 97 in Groningen. Uit beelden wordt duidelijk dat een jongen naar de gevel van het pand loopt, iets aansteekt, wegrent en daarna een flinke explosie volgt. De gevel van het pand is vernield. De rechtbank stelt vast dat er ook gevaar was voor zwaar lichamelijk letsel en voor het leven van anderen. Uit de beelden bleek namelijk ook dat er op het moment van de explosie meerdere mensen in de buurt waren van het pand. De rechtbank acht bewezen dat de minderjarige verdachte voor deze explosie verantwoordelijk is.

Op 16 september 2023 vindt rond 7:30 uur een explosie plaats aan de Langestraat 92 in Winschoten. Ook van deze explosie zijn beelden. Op de beelden is te zien dat een jongen naar het pand van Sammy’s Gameshop loopt, daar een tas neerzet, iets aansteekt en wegrent. Vervolgens zijn er drie ontploffingen te horen en zien. Ook hier waren er mensen in de directe omgeving van het pand en bestond dus de kans dat zij (dodelijk) gewond zouden raken. De rechtbank acht bewezen dat de twee 19-jarige verdachten samen verantwoordelijk zijn voor deze explosie en dat de minderjarige verdachte geholpen heeft door het aanleveren van het explosief.

De laatste explosie vindt op 19 september 2023 plaats, ook aan de Langestraat in Winschoten, maar dan op 84. Uit onderzoek is niet duidelijk geworden wie degene is geweest die de bom heeft laten ontploffen. Wel blijkt uit onder meer DNA-bewijs dat één van de 19-jarige verdachten een rol heeft gespeeld bij het aanleveren van het explosief. De minderjarige verdachte heeft ter zitting bekend dat hij hier ook bij heeft geholpen.

Er is veel schade ontstaan aan de panden en het is een geluk geweest dat niemand is omgekomen of zwaar gewond is geraakt. De rechtbank merkt op dat dit soort explosies steeds vaker voorkomt en kennelijk wordt ingezet om ruzies in het criminele milieu uit te vechten. Bij zulke acties wordt geen rekening gehouden met spullen en levens van anderen en ook niet met de veiligheidsgevoelens van buurtbewoners en de samenleving. Om die reden is een gevangenisstraf of jeugddetentie de enige passende straf.

De rechtbank vindt het ook van belang dat de verdachten werken aan hun persoonlijke problemen en in het zicht blijven van de reclassering. Daarom legt de rechtbank een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op met bijzondere voorwaarden. De rechtbank vindt het niet in het belang van de ontwikkeling van de minderjarige als hij nu terug moet naar de jeugdgevangenis, daarom krijgt hij ook nog de maximale taakstraf.

Uiteindelijke legt de rechtbank de twee volwassen verdachten straffen op van 36 maanden waarvan 12 voorwaardelijk en 30 maanden waarvan 15 voorwaardelijk. De minderjarige verdachte krijgt een jeugddetentie van 275 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk en een werkstraf van 200 uur.

Publicatie uitspraken volgt.