De rechtbank legt aan één verdachte een hogere straf op omdat hij langer met de strafbare gedragingen door is gegaan dan de andere verdachte. Aan hem legt de rechtbank een werkstraf van 240 uur op, te vervangen door 120 dagen vervangende hechtenis en 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 3 jaar. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen. Daarnaast is een bedrag van 5.400,- euro aan wederrechtelijk verkregen voordeel toegewezen, dat moet worden terugbetaald aan de staat.
Aan de andere verdachte legt de rechtbank een werkstraf van 80 uur op, te vervangen door 40 dagen vervangende hechtenis. Ook hierbij zijn de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen. Daarnaast is een bedrag van 1.650,- euro aan wederrechtelijk verkregen voordeel toegewezen.