De verdachten zijn samen vanuit Zaandam richting Hollandscheveld gereden in verband met een zakelijk conflict. Bij een tankstation heeft de 27-jarige verdachte een tweetal gieters gevuld met benzine en meegenomen. Vervolgens hebben de verdachten in Hollandscheveld een woning en de omgeving verkend door daar veelvuldig langs te rijden. De 27-jarige verdachte heeft uiteindelijk een steen door de ruiten gegooid, een gieter gevuld met benzine geplaatst in de woning en aangestoken waardoor er brand is ontstaan. Hij is daaropvolgend gevlucht en samen met de 30-jarige medeverdachte weggereden. De brand heeft vervolgens in een snel tempo om zich heen gegrepen. De aanwezige bewoners, een zwangere vrouw en een éénjarig kind, hebben ternauwernood kunnen ontsnappen. Nadat de vrouw haar kind in de armen van een omstander heeft laten vallen, is zij zelf van de eerste verdieping gesprongen. Het woonhuis is volledig uitgebrand. Ook het aangrenzende huis heeft forse schade opgelopen.

Naar het oordeel van de rechtbank is de ernst van de brandstichting en de angst en onrust die hierdoor bij de slachtoffers en de buurtbewoners is veroorzaakt, dermate groot, dat zonder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur moet volgen. De rechtbank vindt het belangrijk dat er een signaal wordt afgegeven dat dit soort feiten, een levensgevaarlijke aanslag, kort voor middernacht en midden in een woonwijk, zwaar wordt bestraft. De 27-jarige verdachte is veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. De 30-jarige verdachte is voor zijn rol als medeplichtige veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf.