Verdachte heeft een beroep gedaan op noodweer, dan wel noodweerexces. Volgens hem liet het slachtoffer kort nadat zij camping De Horrebieter waren opgereden, een vuurwapen zien. Verdachte moest van het slachtoffer de auto waarin zij beiden zaten en waar verdachte de bestuurder van was, tot stilstand brengen. Het slachtoffer is vervolgens uitgestapt en kort daarna weer ingestapt. Toen legde het slachtoffer het wapen op diens been met de loop gericht op verdachte. Vervolgens ontstond een worsteling om het wapen waarbij verdachte het wapen afhandig heeft weten te maken en in de worsteling op het slachtoffer heeft geschoten, in een rijdende afgesloten auto.
De rechtbank verwerpt het beroep op noodweer. Ook indien wordt uitgegaan van de lezing van verdachte met betrekking tot de gebeurtenissen, had verdachte zich aan de situatie kunnen onttrekken. Toen slachtoffer het wapen aan verdachte toonde, was weliswaar sprake van onmiddellijk dreigend gevaar voor een wederrechtelijke aanranding, maar op het moment dat het slachtoffer met het wapen uit de auto stapte, had verdachte zich als bestuurder van een rijklare auto aan dat gevaar kunnen en moeten onttrekken.