De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat het beleid dat de handelsvoorraad softdrugs maximaal 500 gram mag zijn, redelijk is. De Driemaster heeft gewezen op de achterdeurproblematiek: de softdrugs die verkocht worden, moeten worden aangevoerd. Die aanvoer valt niet onder het gedoogbeleid. Omdat de vraag naar softdrugs is toegenomen, moet de maximale handelsvoorraad van 500 gram meerdere keren per dag (illegaal) worden aangevuld. Die achterdeurproblematiek is volgens de voorzieningenrechter iets waarmee exploitanten rekening moeten houden bij de exploitatie van hun coffeeshop. De burgemeester hoeft in zijn beleid de bevoorrading van coffeeshops met softdrugs niet te gedogen. Daarnaast heeft de Driemaster gewezen op de Wet experiment gesloten coffeeshopketen, waarin het toestaan van een grotere handelsvoorraad is beoogd, maar dit experiment zit nog slechts in de voorbereidende fase.