De vordering van ProRail om de strook grond te ontruimen wordt door rechtbank Noord-Nederland afgewezen. Dit omdat voldoende aannemelijk is geworden dat gedaagde (de omwonende) door zogeheten verkrijgende verjaring de eigendom van de strook grond heeft verkregen en het er vooralsnog op lijkt dat hij de strook grond niet zonder recht of titel in gebruik heeft genomen. Op grond van artikel 3:99 van het Burgerlijk Wetboek kan de bezitter van een onroerende zaak de eigendom ervan verkrijgen door verloop van 10 jaren indien hij de zaak te goeder trouw onafgebroken in bezit heeft gehad.

ProRail is van plan een onteigeningsprocedure in gang te zetten. Het belang van de gedaagde om in afwachting van die onteigeningsprocedure over zijn eigendom te kunnen blijven beschikken weegt naar het oordeel van de voorzieningenrechter zwaarder dan door ProRail gestelde (financiële en maatschappelijke) belangen om op korte termijn - al voor een geeffectueerde onteigening - over de grond te kunnen beschikken. De voorzieningenrechter wijst de vordering van ProRail daarom af.