De rechtbank stelt vast dat verdachte wel het verwijt valt te maken dat hij zich onvoldoende heeft laten informeren over de staat van onderhoud van de mast en onvoldoende toezicht heeft gehouden op de verrichte werkzaamheden. Voorts heeft hij reparaties niet gemeld bij de keuringsinstantie. De rechtbank is echter van oordeel dat deze vaststelling op zichzelf onvoldoende is om verdachte te kunnen veroordelen voor dood door schuld. Ook als verdachte zich meer had laten informeren over de staat van onderhoud van de mast, hij meer toezicht had gehouden op de verrichte werkzaamheden en de reparaties had gemeld, had dit waarschijnlijk niet gemaakt dat de aantasting van het hout achter de gaffelplaat tijdig was onderkend. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij.