Laden...

Vrouw veroordeeld voor opzettelijk brandstichten

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Vrouw veroordeeld voor opzettelijk brandstichten
Leeuwarden, 21 augustus 2025

Een 33-jarige vrouw is veroordeeld voor het opzettelijk brandstichten en poging tot brandstichten. De vrouw heeft in 2024 meerdere keren brand gesticht bij verschillende panden in Ternaard. In oktober goot zij spiritus tegen/bij drie loodsen en stak dat aan met een aansteker. In september deed de vrouw hetzelfde bij een toegangsdeur van een basisschool. De deur wilde niet goed branden waardoor het vuur weer uitging.

Miljoenenschade

De rechtbank neemt het de vrouw kwalijk dat zij zich in korte periode schuldig gemaakt heeft aan brandstichting en poging tot brandstichting. Met haar handelen heeft zij herhaaldelijk geen enkel respect gehad voor het eigendom van anderen. Een brand kan snel grote vormen aannemen en onbeheersbaar worden, wat ook gebeurd is bij de loodsen in Ternaard. Door toedoen van de vrouw zijn drie grote loodsen in vlammen opgegaan. De schade loopt in de miljoenen. Daarnaast neemt de rechtbank het haar kwalijk dat haar handelen gevoelens van angst en onveiligheid kan oproepen en kan leiden tot maatschappelijke onrust.

Persoon van de verdachte

Uit het strafblad van de vrouw blijkt dat zij eerder is veroordeeld, onder andere voor brandstichting en vernieling. Uit psychologische en psychiatrische rapportages blijkt dat er bij de vrouw sprake is van een licht verstandelijke beperking en een autismespectrumstoornis. Volgens de rapportages hebben deze beperkingen aanzienlijk invloed gehad op haar in aanloop naar en tijdens de feiten en is de kans op herhaling groot. Het advies van de deskundigen om de vrouw de feiten in verminderde mate toe te rekenen, heeft de rechtbank overgenomen. 

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat de vrouw zo snel mogelijk moet beginnen aan de voor haar noodzakelijke behandelingen. De straf die haar opgelegd wordt, is daarom lager dan geëist. De rechtbank acht oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest, zijnde 281 dagen, passend en geboden. Omdat een stevig forensisch behandelkader noodzakelijk is, wordt aan de vrouw ook de maatregel van TBS met voorwaarden opgelegd. De vrouw is inmiddels opgenomen in een zorginstelling. 

Uitspraken