Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de jongeman op gruwelijke en nietsontziende wijze zijn moeder, oma en zusje om het leven heeft gebracht. De 3 slachtoffers waren geheel machteloos tegen het explosieve geweld door hun (klein)zoon en broer. De laatste momenten van hun leven zullen verschrikkelijk zijn geweest. Met zijn handelen bracht hij onherstelbaar leed en onmetelijk veel verdriet toe aan de nabestaanden van de slachtoffers. Het moet daarbij voor hen onverteerbaar zijn dat de jongeman geen enkel gevoel van spijt zegt te hebben. De rechtbank oordeelt dat een lange celstraf op zijn plaats is.
Volgens de advocaat van de jongeman valt niet uit te sluiten dat hij volledig ontoerekeningsvatbaar was tijdens het ombrengen van zijn familieleden. Daarom vroeg de advocaat de rechtbank de man te ontslaan van alle rechtsvervolging. De rechtbank oordeelt echter dat de jongeman wel enig besef had van zijn handelen, omdat hij enkele bewuste en rationele keuzes maakte. Zo ging hij meerdere keren terug naar de slachtoffers om zeker te weten dat ze niet meer leefden, waste hij bloedvlekken weg en ging hij naar het huis van familie, waarbij hij naar eigen zeggen deed alsof hij van niets wist. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de conclusies van een psychiater en psycholoog. Volgens de deskundigen is er bij de jongeman kort gezegd sprake van een gedragsstoornis en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. De rechtbank acht de man sterk verminderd toerekeningsvatbaar en volgt de deskundigen ook in hun oordeel dat sprake is van een kans op zeer ernstig agressief gedrag.