De verdachte werd in november 2016 staande gehouden door de politie, omdat hij in een gestolen auto reed. Hij gaf zich echter niet over en ging er vandoor. De verdachte reed daarbij een geparkeerde auto aan die forse schade opliep. De agenten zetten daarop de achtervolging in. Tijdens die achtervolging reed de verdachte op enig moment tegen de politieauto aan. In plaats van te stoppen, maakte hij zich opnieuw uit de voeten.
Volgens de rechtbank is er in het dossier te weinig bewijs voor een poging tot zware mishandeling. Zo ontbreken een situatieschets en foto’s aan de hand waarvan de rechtbank kan vaststellen welk gevaar de agenten daadwerkelijk liepen. Ook kan de rechtbank niets vaststellen over de snelheid waarmee werd gereden. Volgens de rechtbank is er daarom onvoldoende bewijs dat de agenten door het rijgedrag van de verdachte de aanmerkelijke kans liepen om zwaar lichamelijk letsel op te lopen. De verdachte wordt hier dan ook van vrijgesproken. Wel is er sprake van bedreiging van de agenten en van het verlaten van de plaats van het ongeval.