De rechtbank ziet deze zaak als een typerend voorbeeld van het ondermijnende karakter waar de zware georganiseerde criminaliteit bekend om staat. Ook is deze zaak een voorbeeld van hoe ontzettend moeilijk het is om je aan het drugsmilieu te onttrekken. De enige drijfveer voor deze vorm van criminaliteit is geld, ten koste van de maatschappij en iedereen die hier niet aan meewerkt.
De verdachte voelde zich volgens eigen zeggen tot een wanhoopsdaad gedreven. De rechtbank weegt mee dat hij hier uitgebreid over heeft verklaard en dat die verklaring oprecht en geloofwaardig is overgekomen. Desondanks had hij een andere keuze kunnen en moeten maken. Dat hij geen vertrouwen had in de politie geeft hem geen vrijbrief om deze vorm van eigenrichting toe te passen.
Aan de familie en andere dierbaren van het slachtoffer is een enorm groot en onherstelbaar verdriet aangedaan. Zij zullen hem de rest van hun leven moeten missen. Daarnaast nam de verdachte op de koop toe dat hij ook de bijrijder schade berokkende door hem in een zeer beangstigende situatie te brengen, waarbij hij bovendien door een kogel werd geraakt.
Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 14 jaar op zijn plaats. Ook moet hij de nabestaanden en de bijrijder schadevergoedingen betalen van in totaal ruim 47.000 euro.