De verkoper had in november 2017 ’s middags afgesproken met 2 mannen om een monster van de hennep te laten zien. Later die dag stapten de 2 mannen – zoals afgesproken – bij de verkoper in de auto voor de overdracht van de kilo hennep. In plaats van het afgesproken bedrag te betalen haalde één van de mannen een vuurwapen tevoorschijn, laadde dit wapen door en richtte het op het hoofd van de verkoper. Ook een vriend van de verkoper die naast hem zat werd bedreigd. De verdachten gingen er vervolgens met de hennep vandoor.
De rechtbank oordeelt dat er voldoende bewijs is dat de 56-jarige man één van de daders is. De verkoper en zijn vriend gaven namelijk een signalement op dat overeenkomt met dat van de verdachte en hadden het kenteken van de auto waarin de overvallers reden genoteerd. De 56-jarige man rijdt in deze auto en luistert naar dezelfde voornaam als hij gebruikte bij de 2 ontmoetingen. De verkoper en zijn vriend hebben hem ook herkend bij een (zogenoemde enkelvoudige en meervoudige) fotoconfrontatie.
Volgens de rechtbank ligt dat in het geval van de 37-jarige man anders. De officier van justitie zag hem als de mededader, maar de rechtbank oordeelt dat daarvoor kort gezegd onvoldoende overtuigend bewijs is. Hij is wel veroordeeld voor het bezit van ruim 34 gram hasjiesj die afgelopen december bij hem werden aangetroffen. Hij krijgt hiervoor een geldboete van 200 euro.