De verdachte dwong in oktober 2016 zijn ex-vriendin met geweld tot afgifte van haar autosleutel en -papieren en tot het opstellen van een schuldbekentenis. Hij beroofde haar daarvoor enige tijd van haar vrijheid. De verdachte trof zijn ex in de woning van zijn moeder. Hij sloeg haar, pakte haar vast en duwde haar zijn auto in. Hij bracht haar vervolgens - tegen haar wil – naar haar woning waar de autopapieren lagen. Zijn moeder probeerde dit te voorkomen. De verdachte gooide haar daarom tegen een muur.
Terwijl de verdachte in april 2017 in detentie zat, bedreigde hij meermalen een andere ex-vriendin, de moeder van zijn 2 kinderen, met de dood. In september 2017 deed hij dat nog eens vanuit detentie.

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte een ernstige inbreuk maakte op het leven van zijn ex en forse angstgevoelens bij haar teweeg bracht. Daarnaast rekent de rechtbank het de verdachte zwaar aan dat hij de bedreigingen deed in aanwezigheid van - en via anderen, waaronder zijn dochter. Het is algemeen bekend dat waarneming van bedreigingen, al helemaal als het de ouders onderling betreft, schadelijk kan zijn voor het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Verder weegt de rechtbank strafverzwarend mee dat de verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en dat hij kennelijk niet of onvoldoende bereid is om zijn gedrag te veranderen. De verdachte heeft er naar het oordeel van de rechtbank op de zitting ook geen blijk van gegeven dat hij het kwalijke en de impact van zijn gedragingen inziet.
Dit alles gebeurde tijdens de voorwaardelijke invrijheidstelling van een jarenlange gevangenisstraf van een eerdere veroordeling. De officier van justitie vroeg de rechtbank de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen. De rechtbank bepaalt daarom dat de verdachte 612 dagen alsnog moet uitzitten naast de 2 jaar celstraf die de rechtbank hem nu oplegt.

De verwijzing naar de uitspraak volgt zo spoedig mogelijk.