Volgens de officier van justitie is het rijgedrag van de verdachte te kwalificeren als ‘roekeloos’. De rechtbank oordeelt dat uit de bewijzen niet blijkt dat de verdachte bewust onaanvaardbare risico’s nam voor andere weggebruikers en de verkeersveiligheid volledig veronachtzaamde. Wel is er volgens de rechtbank sprake van ‘zeer onvoorzichtig en onoplettend’ rijgedrag. De verdachte reed met veel te hoge snelheid, in een kinderrijke buurt en op een vrije dag, namelijk tweede Pinksterdag. Daarbij komt dat hij geen rijbewijs had.