Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat door het witwassen van crimineel vermogen inkomsten uit onderliggende criminaliteit ter vrije beschikking komen. Het vormt een aantasting van de economie en is, mede vanwege de ondermijnende invloed ervan op het legale handelsverkeer, een bedreiging voor de samenleving. De verdachte bekommerde zich niet om de effecten van zijn gedrag.
De rechtbank vindt een taakstraf, zoals de verdediging verzocht, te mild. De officier van justitie eiste naast een celstraf ook een hoge geldboete. Voor de rechtbank is onduidelijk wie door die geldboete getroffen zal gaan worden. De verdachte in ieder geval niet, want hij heeft hier het geld niet voor, waardoor anderen dit bedrag zullen gaan betalen. Al met al volstaat de rechtbank met een celstraf van 2,5 jaar.