Voorbijgangers zagen in april 2019 rond het middaguur hoe een man uit een bestelbus werd gesleurd en met geweld in een auto werd gedwongen. Deze auto ging er daarna snel vandoor. De voorbijgangers noteerden het kenteken en waarschuwden snel de politie. Enkele uren later werden, na een hit in het Automatic Number Plate Recognition systeem, de 2 verdachten bij Schiphol aangehouden. In de auto lag een doorgeladen pistool, maar van de ontvoerde man was toen nog geen spoor.

Rond middernacht klopte de ontvoerde man aan bij een woning in de buurt van Antwerpen. Aan de politie vertelde hij dat hij met geweld een auto in was getrokken en was bedreigd met een vuurwapen.  Vervolgens was hij geblinddoekt met duct tape en afgeleverd bij een loods waar hij met het nodige geweld door anderen werd ‘verhoord’. Uiteindelijk hebben zij hem laten gaan.

De ontvoerde man kende de naam van één van de ontvoerders (de aangehouden man zonder vaste woon- of verblijfplaats) en herkende de andere aangehouden verdachte als de andere ontvoerder.  Ook uit verschillende getuigenverklaringen en onderzoek in de telefoons van beide verdachten bleek hun betrokkenheid bij deze gewelddadige ontvoering en het bezit van het doorgeladen vuurwapen.

Bij het bepalen van de straffen houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachten zich schuldig maakten aan ontvoering, de man hebben bedreigd met een vuurwapen en ander geweld tegen hem hebben gebruikt en dat ze handelden met een vooropgezet plan. Bovendien wisten ze dat het slachtoffer zou worden blootgesteld aan een bedreigende situatie toen ze hem naar de garagebox brachten en daar overleverden aan anderen. Al met al vindt de rechtbank celstraffen van 2,5 jaar op zijn plaats.