De rechtbank constateert dat de verdachte al enkele maanden voor de overval over een scooter beschikte. Het is dan ook niet logisch dat hij een andere scooter zou lenen. Verder blijkt uit camerabeelden dat de overvallers een dag voor de overval een voorverkenning hebben gedaan. Op die dag en op de dag van de overval droeg de verdachte kleding die sterk lijkt op die van één van de overvallers.
De verdachte verklaarde bij de rechtbank dat hij geen zwarte schoenen met witte zool had, zoals de overvaller. Hij is twee weken na de overval echter aangehouden door de politie en in het proces-verbaal staat dat de verdachte die dag zwarte schoenen met een witte zool droeg. Daarbij komt dat de verdachte die dag met een andere man was, die de overval op de kledingwinkel later bekende en daarvoor inmiddels is veroordeeld.
Verder wilde de verdachte ook de naam van de persoon die hem onder druk zou hebben gezet niet geven. De rechtbank beschouwt dit alternatieve scenario dan ook als ongeloofwaardig. Volgens de rechtbank kan het niet anders dan dat de verdachte één van de overvallers was.