Het slachtoffer stond doodsangsten uit. Het ging om een uitermate schokkende, ingrijpende, beangstigende en vernederende gebeurtenis voor het slachtoffer. Zij hield een posttraumatische stressstoornis over aan de gebeurtenis. Bovendien zorgt dit delict voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving, zeker omdat het op een plek gebeurde waar het roepen om hulp geen enkele zin had. De rechtbank acht, vanwege de ernst van het feit, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur dan ook op zijn plaats. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er anderzijds rekening mee dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Volgens een psycholoog is er namelijk sprake van een verstandelijke beperking en een stoornis in alcoholgebruik.